Ontwikkelingen seksualiteit in de puberteit

 

Bij zowel een jongen als een meisje gebeurd er veel in de puberteit. Een jongen gaat bijvoorbeeld van een hoge stem naar een lage stem en een meisje krijgt meer rondingen aan haar lichaam. Dit zijn voorbeelden van secundaire geslachtskenmerken. In de puberteit veranderen de primaire geslachtskenmerken in secundaire geslachtskenmerken. Dit houdt in dat het lichaam veranderd van wat er altijd al aan het lichaam was, naar alles wat veranderd naarmate een persoon in de puberteit komt.

Ook komt iemand in de puberteit (of iets ervoor of erna) erachter of diegene hetero, homo, of biseksueel bent. Homoseksualiteit houdt in dat iemand zich alleen aangetrokken voelt door iemand van hetzelfde geslacht. Een jongen voelt zich aangetrokken tot een jongen en een meisje voelt zich aangetrokken tot een meisje. Bij heteroseksualiteit is dit andersom. Een jongen voelt zich alleen aangetrokken tot een jongen en een meisje alleen tot een meisje. Bij biseksualiteit is beide het geval. Iemand kan zich zowel tot een meisje als tot een jongen aangetrokken voelen.

In de puberteit komt iemand ook achter zijn/haar gender. Je hebt verschillende soorten genders:

  1. Cisgender: iemand waarvan de seksuele identiteit overeenkomt met het geslacht waarmee diegene geboren is (bv. een man die zich een man voelt is cisgender)
  2. Transgender: iemand waarvan de seksuele identiteit niet overeenkomt met het geslacht waarmee diegene geboren is (bv. een man die zich een vrouw voelt is transgender). Dit is dus het tegenovergestelde van cisgender.
  3. Interseksualiteit: iemand heeft zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken (bv. iemand met het vrouwelijk geslachtsdeel, die ook baardgroei heeft).

wat past bij jou?