geslachtscellen ontwikkeling bij een vrouw

de vorming van de vrouwelijke geslachtscellen begint al ruim voor de geboorte. Door mitose ontstaat er in de ovaria een paar miljoen diploïde oögenia. Een deel van de oögenia begint aan de meiose, maar stopt in profase l. Dit worden de diploïde primaire oöcyten. Een groot deel sterft af. de oöcyten zijn omgeven door follikelcellen afkomstig van het ovarium. de follikelcellen en de oöcyten vormen samen een follikel.

 

Vanaf de puberteit gaat, onder invloed van het hormoon FSH (Follikel Stimulerend Hormoon), de meiose verder. Dit gebeurt niet met alle follikels tegelijk. Aan het begin van iedere menstruatiecyclus nemen 5 tot 12 follikels sterk toe in hun volume. Deze follikels hervatten de meiose. In de meeste gevallen maakt één follikel de meiose af en sterft de rest. Soms ontwikkelen er zich twee follikels verder. Dit zorgt voor een kans op een twee-eiige tweeling. In een vrouwenleven rijpen 400-500 follikels. Meiose l eindigt met een ongelijke verdeling; één cel krijgt bijna alles: de secundaire oöcyt. De andere cel verschrompelt tot een poollichaampje.

De secundaire oöcyt begint aan meiose ll. Hij stopt in metafase ll. In dit stadium komt de oöcyt (eicel) vrij uit de follikel. Dit noemen we ook wel de ovulatie (eisprong).

 

Bij bevruchting voltooit de secundaire oöcyt meiose ll voordat de eicel en zaadcel versmelten. Hierbij ontstaat de eicel en een tweede poollichaampje.

vorming van geslachtscellen bij de vrouw.